Het nieuwe werken ligt onder vuur. Voorbeelden van nieuwe kantooromgevingen die niet de uitwerking hebben die ze op voorhand beloofden, vullen de media. Ook op digitaal gebied blijven de gewenste resultaten van werken in de Cloud, altijd en overal kunnen (samen)werken, achter. Wat is er aan de hand?

De zelfstandige professional

Op papier weten we exact wat de moderne medewerker nodig heeft. In het nieuwe organisatiedenken staat de medewerker als zelfstandige professional centraal. De zelfstandige professional zorgt zelf voor goede resultaten, heeft een manager niet echt nodig – wat niet wegneemt dat er best respect en bewondering voor gezag is – en is volwassen en verantwoordelijk waar het zijn taken betreft. Deze professional wil graag een gezonde balans tussen werk en privé. Wil zich kunnen afsluiten en concentreren als het nodig is en fijn kunnen samenwerken met collega’s en klanten. Is best IT-vaardig maar heeft zijn eigen voorkeur en stijl van werken. Technisch of ingewikkeld IT-gedoe is niet aan hem of haar besteed. De zelfstandige professional wil op gezette tijden interactie in het werk waar werk en ook privé moeiteloos in elkaar overgaan. Bepaalt grotendeels zelf zijn werktijden en kan in principe overal werken. Heeft een hekel aan te lange reistijden, veel files en moeilijke bereikbaarheid. Wil bij een hechte club horen met een betekenis in de markt of maatschappij of is juist liever een zelfstandige ondernemer. En als we de realiteit nog even doortrekken heeft deze zelfstandige professional een werkende partner, wellicht kinderen en is misschien bij tijd en wijle ook wel mantelzorger voor zijn of haar ouders.

Hoe is de praktijk?

Ik durf te stellen dat we ons allemaal kunnen identificeren met dit beeld van de zelfstandige professional. Waarom lukt het organisaties niet de werkomgeving zo in te richten dat deze professional zich én thuisvoelt in zijn werk én optimaal presteert. In de praktijk zie ik drie grote oorzaken:

  • Overmatige aandacht voor ‘spullenboel’: het prestigieuze, nieuwe, hippe kantoor is de eyecatcher van de directie. De ICT volgt later want daar is aanzienlijk minder kijk op. En als er nog geld over is, ‘doen we iets met begeleiding van medewerkers en user adoption’.
  • Bureaucratische ontwerpmethodiek: het ontwerpteam ontwerpt veel meer vanuit een corporate gedachte dan vanuit de individuele gebruiker. Huisvesting en ICT worden zoveel mogelijk gestandaardiseerd, gebruikers worden niet of maar met mate betrokken in het ontwerpproces. Individuele wensen worden al helemaal niet meegenomen.
  • Gebrek aan visie: veel projecten op het gebied van het nieuwe werken zijn kopieën van andere organisaties. Maar ‘one size doesn’t fit all’. De oplossingen als de “flex-factor”, eindelijk thuis mogen werken, de virtuele werkplek en het officepakket aangeboden door IT worden zo standaardingrediënten die het succes moeten brengen. Want: als het bij anderen werkt, zal het bij ons ook goed zijn, is de redenering.

Wat zou de praktijk moeten zijn?

Bij het drukke leven van de zelfstandige professional waar tijd kostbaar is, horen geen moeilijke werkplektoestanden, geen gedoe met ICT of oude organisatiespelregels die zorgen voor stress en niet optimaal functioneren. Waarom geven we deze professionals niet meer regie zoals je vanuit een nieuwe organisatieoptiek mag verwachten? Wat zou het fijn zijn als we nieuwe kantoren ontwerpen vanuit dit idee van professionals waar individualiteit, verschillen, flexibele keuzemogelijkheden en gemak centraal staan zonder hinderlijke dogma’s vanuit de bestaande flexwerkenoptiek. Wat zou het fijn zijn als we naast de “corporate” IT-middelen gewoon uit een eigen app-store kunnen kiezen waar je zelf fijn en productief mee aan de slag kunt en met iedereen binnen en buiten de organisatie kan samenwerken. Net als met je mobiel. Zonder dat de IT-manager alles voor je bepaalt of de securitymanager vertelt wat er allemaal niet kan. Wat zou het fijn zijn als je manager je gewoon op jouw manier je werk laat doen en de HR-afdeling je alleen maar stimuleert en verrast met nieuwe mogelijkheden voor groei en ervaring binnen de organisatie.

Een mensgerichte aanpak: het kan!

Bedrijfseconomisch zijn er geen bezwaren lijkt mij. De jaarlijkse kosten per werkplek in de breedste zin van het woord – huisvesting, IT en diensten – bedragen nog geen 10% van de jaarlijkse kosten van deze professionals. Dus als je mag kiezen voor het stimuleren van excellente resultaten van je mensen in plaats van een pad vol frustraties en hindernissen in het werk dan weet ik het wel. Andere tijden vragen om een andere, mensgerichte aanpak voor nieuwe manieren van werken. Hier is visie, lef en eigenwijsheid voor nodig. Dat waren nu juist de selectiecriteria voor nieuwe professionals, toch?

Meer weten?

Marco van Walstijn gaat hierover graag in gesprek. Laat hieronder uw gegevens achter:

Contactformulier