Waterschap Zuiderzeeland was dringend toe aan renovatie en daarmee meteen aan een nieuw kantoorconcept. Wij gingen aan de slag, in een innige samenwerking met de klant. Een onmiskenbaar profiel van het waterschapshuis en troste medewerkers zijn het resultaat. Bekroond met de eerste prijs voor meest duurzame bouwproject. Wat leert dit project ons over het nieuwe werken, nu en in de toekomst? Over DNA, klantreizen en gebouwen die met je meedenken.

Het waterschapshuis was verouderd, de technische installaties waren hun houdbaarheidsdatum ver voorbij, de werkruimte werd schaars. Bovendien wilde de organisatie een gebouw dat past bij wie het waterschap is en het werk dat zij doet. Namelijk, de wateren in de polders beheren en zorgen dat de dijken er goed bij liggen. Toegankelijk, pragmatisch, met oog voor omgeving en milieu en altijd in samenwerking met anderen.

Ban de kast

Het DNA van de klant vormt voor ons het uitgangspunt in de conceptontwikkeling. Daardoor is geen enkel project van ons vergelijkbaar. We houden niet van copy/ paste. Waar we voor moeten waken met zijn allen is de eenheidsworst van het nieuwe werken. Alle verdiepingen hetzelfde: open werkplekken met de stilte- en overlegplekken ertussen en een unit voor printer en kasten. Of een huiskamer op iedere verdieping die je doel van ontmoeting voorbij streeft. Als je toch digitaal gaat werken, ban dan alle kasten. En één hippe koffiebar is veel efficiënter, want deze nodigt uit om te ontmoeten op een centrale plek.

Anders kijken

Bij het waterschapshuis hebben we een scan gemaakt van de werkomgeving. We hebben hen in film en fotografie laten kijken door onze ogen. Een vol bureau? Een teken dat het digitale werken nog niet geland is. Lange, gesloten gangen? Geen oriëntatie en openheid. Dan volgt een visie, altijd vanuit een totaalconcept, met de cruciale vraag: hoe dient het gebouw functie en gebruiker? Waarbij zo wat alles draait om beleving en ontmoeting. Binnenkomen bij een hospitality desk, duidelijk herkenbare ‘touchpoints’ zoals de koffiecorner maar ook de werkplekken.

 “De toekomst gaat nog sterker over beleving
en de reis die mensen maken in hun werkzame leven”.

Balans tussen werk en privé

Wat wij zien als de ontwikkeling van het nieuwe werken, is dat de huidige stroom van beleving, het Experience Design Thinking, ten volle wordt ingezet. Dit gaat over de verschillende reizen die medewerkers, bezoekers maar ook relaties maken. Niet alleen op kantoor maar in hun hele werkzame leven. Zijn ze werkplekgebonden of veel op pad, is het meest eenvoudige voorbeeld. En dan nadenken over wat voor soort werkomgeving daarbij hoort, zowel mentaal, sociaal, fysiek als virtueel. Wij als YNNO schuiven daar de nieuwste trends in en bedenken concepten die de klant dienen. Neem well-being. Op alle grote congressen zie je dat dit hét thema is. Alles draait om de gezondheid van medewerkers, de balans tussen werk en privé, kortere werkweken, gezonde voeding en bewegen. Dat laatste kun je ook afdwingen in het kantoor met stawerkplekken, één centrale locatie voor prullenbakken en printers waardoor je meer aan de wandel moet en het stimuleren van traplopen.

                            “Je ideale werkplek vinden via je mobiele telefoon? Het kan in een Smart Building.” 

Een meedenkend gebouw

Een andere trend is Smart Building: de vervlechting van ICT en facilitair doordat er steeds meer internet of things wordt gebruikt. Hoe laat je het gebouw met jou meedenken? Sensoren waarmee je met je telefoon het binnenklimaat kunt regelen of de ideale werkplek kunt vinden. Maar ook buiten het pand: kom je beter met het OV of met de auto? En als je met de auto komt, is er nog een parkeerplek vrij tegen de tijd dat je aankomt? Door deze 24-uurs technologie kun je constant met je werk bezig zijn. Juist daarom is begeleiding zo belangrijk. Om door de bomen het bos te blijven zien. Voor je eigen welbevinden.

“De identiteit van het waterschapshuis
is nog nooit zo duidelijk en leesbaar geweest.”

Rechtstreeks uit de polder

Zover zijn we bij het waterschapshuis nog niet. Maar de wijze waarop de identiteit van de organisatie terugkomt, is nog nooit zo duidelijk en leesbaar geweest. Je komt binnen en je ervaart meteen waar het waterschapshuis voor staat. Je ziet licht, openheid, zichtlijnen, groen. Materialen uit de polder zijn hergebruikt. Een oud bewegingswerk uit een gemaal dient nu als koffiebar, de vergadertafel heeft de contouren van de polder, grondlagen zijn geprint op plantenbakken, de vloerbedekking is van visnetten. Onder meer door deze vernuftige vondsten won het waterschap de Gouden Kikker voor meest duurzame bouwproject van 2017. En daar zijn wij samen met onze opdrachtgever maar wat trots op.