Naar aanleiding van een recentelijk nieuwsbericht op de radio over de veranderende houding van Amerikaanse bedrijven ten opzichte van diversiteit en inclusie, voelde ik de behoefte om dieper in te gaan op dit thema. Diversiteit en inclusie (D&I) zijn de afgelopen jaren uitgegroeid tot toverwoorden in het bedrijfsleven. Bedrijven organiseren workshops, richten D&I-teams op en laten zich doorlichten om hun inclusiviteitscijfers op te krikken. Toch zien we nu in de Verenigde Staten een opvallende tegenreactie: bedrijven zoals Lowe’s en Harley-Davidson draaien hun D&I-beleid terug. Hun streven naar gelijkheid lijkt te zijn doorgeslagen, waardoor de focus op kernactiviteiten verloren ging, aldus de kritiek van activisten.
Het streven naar gelijkheid – het idee dat iedereen op dezelfde manier moet worden behandeld en dat verschillen moeten worden weggenomen – kan contraproductief zijn. Natuurlijk zijn we allemaal gelijkwaardig, maar niet hetzelfde. Door onvoldoende onderscheid te maken tussen mensen, sluipen ongewenste patronen zoals racisme, seksueel grensoverschrijdend gedrag en pesten via de achterdeur naar binnen. Wanneer we doen alsof iedereen gelijk is, negeren we de unieke uitdagingen, kansen en behoeften die verschillende groepen hebben. Hierdoor ontstaan situaties waarin problemen onzichtbaar blijven of, erger nog, niet worden aangepakt omdat ze niet passen in het narratief van gelijke behandeling.
De recente trend in de VS, waarbij bedrijven hun D&I-initiatieven afbouwen, kan vanuit deze invalshoek worden gezien als een noodzakelijke correctie. Het getuigt van een herwaardering van gezond verstand en neutraliteit in plaats van het najagen van een ideaalbeeld dat in de praktijk vaak niet haalbaar blijkt te zijn. Dit betekent niet dat bedrijven zich volledig moeten terugtrekken uit hun verantwoordelijkheid om een inclusieve werkomgeving te creëren, maar wel dat ze een stap terug mogen doen om de balans te herstellen.
In mijn opdrachten vanuit YNNO zie ik deze dynamiek regelmatig terug. Opdrachtgevers geloven steeds meer in het creëren van een werkomgeving die voor iedereen toegankelijk en comfortabel is, maar vinden het nog wel een uitdaging om de juiste samenhang te vinden. We vinden het belangrijk dat zij niet alleen roze borrels organiseren of zich laten doorlichten op LHBTI-inclusiviteit. Vooral doen we pragmatische en tastbare aanpassingen, zoals het aanbieden van prikkelarme werkplekken, ruimtes voor gebed of kolven, digitale kanalen die zo veel mogelijk open staan en afspraken over de werkcultuur die rekening houden met neurodiverse collega’s en collega’s met een fysieke of mentale beperking. Bedrijven kunnen profiteren van diversiteit, maar alleen als we de verschillen daadwerkelijk omarmen en werken aan een betere werkdag voor iedereen.
Echte inclusie betekent dat we verschillen niet uitwissen, maar ze benutten. Het is tijd om diversiteit en inclusie weer te zien als middelen om de unieke kwaliteiten van mensen naar voren te brengen, in plaats van als doelen op zich. Zo bouwen we niet alleen een inclusieve werkomgeving, maar ook een werkomgeving waarin iedereen écht kan bijdragen en groeien.