De term ‘Bring your own Device’ zal voor velen niet nieuw zijn. Dit principe gaat er vanuit dat medewerkers budget krijgen om hun eigen IT-middelen meebrengen, of budget krijgen om hun eigen IT middelen aan te schaffen. Voordeel is dat de werknemer precies die middelen kan kiezen waarmee hij/zij het beste werkt, om zo de productiviteit te vergroten.

Het lijkt een logische stap om dit verder uit te breiden naar de fysieke werkomgeving, met ‘Bring Your Own Working Environment’ (BYOWE) als gevolg. Iedereen kan met een door de organisatie toegewezen budget zijn eigen werkplek regelen. Dit kan een werkplek in het kantoor van de organisatie zijn, waarbij de werknemer zijn budget gebruikt om de ruimte als het ware te huren van zijn werkgever. Maar de werknemer kan er ook voor kiezen om thuis te werken of het budget te gebruiken om kantoorruimte in de buurt te huren. Wat zijn de voor- en nadelen van een dergelijk concept?

‘Werkplek past niet in handtas’

BYOWE zorgt voor meer flexibiliteit en een efficiënter gebruik van de middelen. Veel medewerkers kunnen dankzij de huidige communicatiemiddelen hun werkzaamheden uitvoeren waar en wanneer ze maar willen. Met een eigen budget kunnen ze ervoor kiezen om eens op een andere plek te werken dan de gebruikelijke werkomgeving, om zo bijvoorbeeld nieuwe mensen te ontmoeten, inspiratie op te doen of reiskosten te besparen. De mogelijkheden hiervoor breiden zich snel uit, naast een thuiswerkplek of een werkplek bij de klant kunnen werknemers kiezen uit een steeds groter wordend aanbod van flexibele kantoorruimten verspreid over het hele land. Denk bijvoorbeeld aan Bouncespace, Ovvice, de Atoomclub, HNK en Spaces. Stuk voor stuk werkruimten die anders zijn dan de standaard kantoorruimte. Juist deze afwisseling kan werknemers inspireren, motiveren en nieuwe energie geven.

Naast het voordeel dat medewerkers juist die werkomgeving kunnen kiezen die het beste past bij de behoefte, zal het kostenbewustzijn stijgen wanneer mensen inzicht krijgen in hun eigen werkplekbudget. Medewerkers zien nu wat een werkplek kost, binnen de eigen kantooromgeving maar ook daarbuiten. Hier kan gebruik van worden gemaakt door bijvoorbeeld een piek- en daltarief in te voeren voor de werkplekken op het eigen kantoor, om zo de vierkante meters zo goed mogelijk te benutten.

‘Je jaagt op deze manier je mensen het kantoor uit’

Tegenstanders van dit concept vragen zich af of mensen nog wel naar kantoor komen en wijzen op het gevaar dat een organisatie zijn identiteit verliest. Hoe voorkom je dat medewerkers zich verspreiden en het contact met de organisatie verliezen? Een terecht aandachtspunt, waar de werkgever actief mee aan de slag zal moeten. Identiteit zal primair moeten komen vanuit gezamenlijke waarden binnen een organisatie, dezelfde doelen nastreven en elkaar hier in inspireren en ondersteunen. Het kantoor kan deze identiteit uitstralen en de medewerkers daarmee een gevoel geven van thuiskomen. Het belangrijkste is echter om van het kantoor een plek te maken waar mensen graag willen zijn, ook als ze keuze hebben om ergens anders te werken.

Hoewel het concept veel voordelen kent voor mobiele werkers, zijn er medewerkers die hier minder profijt van hebben. Bij het invoeren van een dergelijk model is het van belang om goed te kijken naar de gevolgen en voor – en nadelen voor een individuele medewerker en het concept hier, indien nodig, op aan te passen.

Tijdens het Lagerhuisdebat bleek uit de levendige discussie dat dit concept zeker kans heeft, maar nog verder uitgewerkt moet worden. Wie start de pilot?

 

‘Bring your own Working Environment moet de nieuwe norm worden.’ is de eerste stelling waarover uitgebreid op een ongenuanceerde manier is gedebatteerd tijdens het CoreNet Lagerhuisdebat 2014. Bovengenoemde is een weergave van de meningen geschreven door Evelien Plijter.